top of page

Galoptraining ook waardevol voor dressuurpaarden!



Een training, waarbij de focus ligt op de galop, wordt veelal ingezet in de eventing en springsport. Logisch, want in deze disciplines vormt de galop een belangrijke basis doordat er meer gegaloppeerd wordt dan een andere gang. In deze disciplines is een galoptraining onmisbaar om een paard goed op conditie te krijgen en houden. Maar ook in de dressuur is galoptraining een enorm waardevolle toevoeging om paarden sterker en fitter te krijgen. In deze blog leg ik je de meerwaarde uit en geef ik je praktische tips om zelf te starten met galoptrainingen.



Het lichaam soepeler en losser door betere ademhaling

Naar bovengenoemde feiten is er nog een belangrijk kenmerk aan de galop, namelijk de ademhaling. De ademhaling van een paard gaat synchroon met de pasfrequentie in galop. Een paard ademt in tijdens het afzetten met de achterbenen en uit als de voorbenen de grond raken. Hoe sneller jij galoppeert, hoe sneller jouw paard gaat ademhalen. Door goed door te galopperen train je jouw paard dus om goed door te ademen. Hierdoor kan er ook meer zuurstof naar de spieren toe gaan.


Dat brengt mij meteen op de eerste reden, waarom galoptraining waardevol is voor elk paard! Het middenrif en tussenribspieren zijn een belangrijke schakel in het ademhalingsstelsel. Doordat de ademhaling in de galop gesynchroniseerd wordt, zorgt een goede galop ervoor dat de longen ontwikkelen en de tussenribspieren ontspannen. Dit proces van ontspanning van de tussenribspieren en het middenrif noem ik ook wel ‘stretchen’.


Paarden voelen vaker na een galoptraining ook in de stap en draf soepeler en losser aan, dus je hebt er in alle gangen profijt van!


Meer connectie van achter naar voren


In de galop bewegen de bekken van het paard van voor naar achteren. Om goed balans te houden is het dus belangrijk dat een paard zijn bekken goed kan kantelen. Deze beweging komt vanuit de onderrug van het paard.

Met een galoptraining zorg je ervoor dat er meer souplesse komt in de lendenen, waardoor er een betere connectie ontstaat van achter naar voren. Daarnaast zorgt de beweging van het bekken ervoor dat de achterhand makkelijker kan onder treden.


Sterker maken van de rug- en buikspieren


In een galop met voldoende halslengte moet het paard zijn lange rugspier loslaten en zijn buikspieren sluiten om op eigen benen balans te blijven houden. Daarnaast, zoals hierboven als benoemd, is de onderrug een belangrijke schakelen in de beweging van het bekken in de galop. Door deze beweging moet het paard zijn buikspieren aanspannen.


Variatie in jouw training


Misschien niet perse een reden wat voor de hand ligt, maar wat misschien nog wel het belangrijkste is: variatie! Over het algemeen zijn de trainingen van dressuurpaarden heel ‘eentonig’, waardoor altijd dezelfde spieren, gewrichten, pezen en banden worden belast. Dit kan tot gevolgen hebben dat een paard (plaatselijk) overbelast raakt en dus geblesseerd is. Door soms ‘out of the box’ te denken in jouw trainingen en bijvoorbeeld een galoptraining te doen, zorg je voor variatie in jouw trainingen. Natuurlijk is dit niet alleen maar belangrijk voor het lichaam van het paard, maar ook voor de mentale gesteldheid! Veel ruiters noemen het letterlijk ‘even het hoofd leegmaken en niks moeten’.


Aan de slag met galoptraining


Veel dressuurruiters hebben van mij al het advies gekregen om uit hun comfort zone te stappen en galoptraining te gaan doen. Ik heb eigenlijk altijd berichten terug gekregen dat hun paarden er beter op zijn geworden, zowel fysiek als mentaal. Daarnaast vonden veel ruiters het ook erg leuk om zelf te doen.


Het is wel belangrijk dat je niet ‘zomaar’ begint met galop trainingen, maar dit verantwoord doet. Er zijn veel voordelen, maar ook veel valkuilen als je het niet goed uitvoert. Hieronder heb ik wat praktische tips en aandachtspunten, als je gaat starten met galop trainingen:


  • Zorg in het begin dat jij jouw paard voldoende halslengte geeft om zijn rugspier te ontspannen, buikspieren korter te maken en zijn achterbenen goed onder te laten reden.

  • Een goede galoptraining kun je het beste doen op een galopbaan, op buitenrit of in een grote binnen- of buitenbaan. Zo kun je namelijk voldoende rechtuit ‘meters maken’. Dit is natuurlijk niet altijd mogelijk voor iedereen, dus pas hier ook jouw galoptraining op aan.

  • Behoud altijd kwaliteit: een goed ritme, balans en voldoende impuls. Wanneer je merkt dat jouw paard de kwaliteit verliest, galoppeer dan korter.

  • Bouw rustig op! Vooral als jouw paard het niet gewend is om relatief veel te galopperen, is het belangrijk om dit rustig op te bouwen. Start met meerdere kortere galop stukken van bijvoorbeeld 2 minuten en bouw dit uit, naarmate je paard sterker wordt.

  • Galopperen in verlichte zit ontlast de rug van het paard en zorgt er voor dat hij deze vrijer kan bewegen. Daarnaast is het ook nog eens goed voor jouw eigen balans :)

  • Ga niet ‘roekeloos’ sprinten, maar houd voor een galoptraining in het begin een handgalop aan. Dit is een tempo wat net boven het arbeidstempo ligt, waar jouw paard lekker in door galoppeert en jij nog fijn in kan meezitten.

  • Stap tussen de galop stukken door, zodat jouw paard kan herstellen.

  • Een goed uitgevoerde galoptraining is een intensieve training voor je paard. Zorg er daarom voor dat je jouw paard minimaal 2 dagen ervoor en 2 dagen erna lichte trainingen geeft.


Wil jij zelf verantwoord aan de slag gaan met galoptrainingen die passen bij jouw paard? Dan heb ik jou graag met advies in de juiste opbouw en indeling van jouw galoptrainingen. Neem gerust contact met mij op, om te informeren naar de mogelijkheden.





bottom of page